4 oktober 2024
In het jaarverslag van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam staat dat in 2023 ten opzichte van zowel 2022 als 2021 minder zaken zijn binnengekomen en ter zitting zijn behandeld. Een oorzaak voor de terugloop kan de Ondernemingskamer niet goed aanwijzen.
Evenals in eerdere jaren bestond in 2023 het overgrote deel van de procedures uit enquêtezaken en zaken op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR-zaken): samen 88% van de ingekomen zaken en 81% van de zaken die ter zitting zijn behandeld. Het is de enquêteprocedure die het overgrote deel van de bezigheid van de Ondernemingskamer verklaart.
In WOR-zaken was het aantal ingekomen verzoeken in 2023 (17) lager dan in 2022 (20) en 2021 (24). Wel zijn evenveel van deze zaken ter zitting behandeld als in beide voorgaande jaren.
Vooruitblik 2024: Nieuwe Geschillenregeling
Voor 2023 werd verwacht dat de aangekondigde wijziging van de geschillenregeling in 2023 zijn beslag zou krijgen. Dat is te optimistisch gebleken. Inmiddels ligt een wetsvoorstel voor waarin de geschillenregeling als verzoekschriftprocedure is vormgegeven en de Ondernemingskamer wordt aangewezen als enige bevoegde rechter in eerste aanleg. Als het voorstel tot wet wordt, zullen de zaken die nu nog in eerste aanleg bij de rechtbank worden aangebracht door de Ondernemingskamer worden behandeld. Verwacht wordt dat een deel van de geschillen die nu nog als enquêteverzoek aan de Ondernemingskamer worden voorgelegd, dan als geschillenregelingsprocedure zullen worden ingeleid. Dit alles zal vermoedelijk zorgen voor een toename van het aantal zaken bij de Ondernemingskamer. De omvang daarvan laat zich lastig inschatten. Het is vooralsnog niet de verwachting dat dit tot problemen zal leiden.
bron: jaarverslag Ondernemingskamer